- Beleggers zijn momenteel verdeeld in twee kampen, waarbij optimisten denken dat de inflatie vanzelf afkoelt en dat de Amerikaanse centrale bank rentes binnenkort gaat verlagen.
- Voorzichtige beleggers wijzen er juist op dat de Federal Reserve andere plannen heeft.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem geven aan wat er moet gebeuren voor een positieve doorbraak op de beurs.
ANALYSE – De meningen over de gemoedstoestand van de beurs lopen momenteel fors uiteen. Zijn beleggers te optimistisch over de inflatie en heeft de Amerikaanse centrale bank nog een laatste, verrassende renteverhoging in petto? Of heeft de markt gelijk en gaat de Federal Reserve wel degelijk op korte termijn een draai maken richting het verlagen van de beleidsrente?
Beleggers die speculeren op aanhoudende problemen bij regionale banken in de VS blijven hardnekkig volhouden dat er meer ellende zal volgen. De centrale bankiers zelf denken echter dat de negatieve economische effecten van het verkrappende monetaire beleid beperkt zullen blijven. Dit is ook de reden dat de Federal Reserve aangeeft voorlopig in ieder geval niet te mikken op een verlaging van de beleidsrente.
Financiële markten rekenen er intussen op dat de Amerikaanse beleidsrente in ieder geval niet verder omhoog gaat. Het meevallende Amerikaanse inflatiecijfer over april dat deze week werd gepubliceerd, geeft ruimte voor de gedachte dat inflatie voldoende afkoelt om een verdere renteverhoging overbodig te maken.
Aan de andere kant hield Fed-bestuurder Michelle Bowman vrijdag vol dat een verdere verhoging van de beleidsrente nog steeds mogelijk is, aangezien ze niet overtuigd is dat de inflatie voldoende onder controle is. Het kan dus verkeren.
Wat betreft de perikelen die de markt op de korte termijn bezighouden, is de discussie over de verhoging van het schuldenplafond van de Amerikaanse overheid doorgeschoven naar komende week. Er is nog genoeg tijd tot 1 juni, zo lijkt men te denken. Op aandelenmarkten zijn de zorgen in ieder geval niet zodanig, dat beleggers beducht zijn voor een complete politieke impasse en acute betalingsproblemen van de Amerikaanse overheid.
Daarnaast blijkt dat de bedrijfscijfers over het eerste kwartaal uiteindelijk overwegend in positieve zin verrassen, nadat de verwachtingen eerder al waren bijgesteld. Van de bedrijven uit de S&P 500-index heeft liefst 77 procent beter dan verwachte winstcijfers gepresenteerd en dat is meer dan gemiddeld. Ligt dat dan aan de cijfers en dus de bedrijven of aan de verwachtingen en dus de analisten?
Dubbele beweging nodig bij aandelen en rente voor opwaartse doorbraak
Wat betreft het technische koersbeeld zitten aandelenmarkten nog steeds gevangen in een bandbreedte waar we de afgelopen weken regelmatig over hebben geschreven. En voor de rentemarkt is er iets vergelijkbaars aan de hand.
Hieronder kijken we voor de rentemarkt naar de Amerikaanse 10-jaars staatsobligatie. De koers van die obligatie beweegt tegengesteld aan de rente. De horizontale zwarte stippellijnen markeren de bandbreedte waarbinnen de koers van de obligatie zich al enige tijd beweegt. De bovenste zwarte stippellijn correspondeert met een rente van ongeveer 3,25 procent.
Het zijwaartse koersverloop sinds september heeft ervoor gezorgd dat groene lijn van het 50-daags voortschrijdend koersgemiddelde voor het eerst sinds 2021 boven de rode lijn van het 200-daags voortschrijdend gemiddelde is komen te liggen.
Dit positieve signaal suggereert dat de obligatiekoers binnenkort verder kan stijgen en de rente dus verder omlaag kan.
Als de Amerikaanse inflatiecijfers verder afkoelen, lijkt het een kwestie van tijd voordat een opwaartse koerstrend van de 10-jaarsobligatie (met een dalende rente) zich definitief aftekent. Dat zou een feit zijn bij een koers die uitbreekt bij de bovenste, zwarte horizontale stippellijn in de grafiek.
De onderste zwarte stippellijn correspondeert met een renteniveau van 3,6 procent. Pas als de obligatiekoers daar onder zakt, is er sprake van neerwaarts koersrisico van enige betekenis. Wat omgekeerd zou neerkomen op een 10-jaars rente die boven de 3,6 procent uitkomt.
Kijken we naar de aandelenmarkt, dan is de koersontwikkeling enigszins vergelijkbaar, maar op bepaalde punten toch net iets anders. In de grafiek hieronder tonen we de brede S&P 500-index.
Ook bij de S&P 500-index is de groene lijn van het 50-daags koersgemiddelde boven de rode lijn van het 200-daags koersgemiddelde uitgekomen, wat betekent dat het einde van de neerwaartse trend heeft plaatsgevonden. Verder zie je ook dat de bovenzijde van de bandbreedte, de weerstandszone tussen 4.200 punten en 4.300 punten, correspondeert met de bovengrens bij de rentemarkt.
Een andere overeenkomst is dat de recente koerstoppen, zowel voor de S&P 500 als voor de koers van de 10-jaars obligatie, belangrijke technische correctieniveaus zijn ten opzichte van de dalingen sinds begin 2022. Dat maakt deze hordes extra belangrijk, waardoor we stellen dat de een niet zonder de ander zal bewegen.
Kort gesteld: een uitbraak van de S&P 500-index boven de zone van 4.200 tot 4.300 punten en een 10-jaars rente die onder de 3,25 procent zakt, zijn noodzakelijke condities voor een nieuwe opwaartse beweging van de aandelenmarkt.
Is dat realistisch? Uiteraard zijn er de geluiden over een Amerikaanse recessie en druk op de bedrijfswinsten, waarbij onder meer de vertraagde werking van eerdere renteverhogingen van de Federal Reserve meespeelt. Wat daarentegen technisch gezien in het voordeel van een opwaartse uitbraak spreekt, is dat de S&P 500 een bodem heeft gezet in oktober 2022 die correspondeert met een 50 procent correctie van de stijging na de coronacrash van maart 2020.
Bij een koers van de S&P 500 boven de zone van 4.200 tot 4.300 punten is de kleinere retracement ontkracht en worden opwaartse koersdoelen mogelijk.
Als we de door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq 100-index erbij nemen, die goed gedijt bij lagere rentes, dan zien we dat techbedrijven een voorsprong nemen op de rest. De koers van de Nasdaq is de belangrijke weerstandszone van 13.000 punten tot 13.500 ruimschoots binnengetreden.
Hier zijn alle positieve condities hetzelfde als bij de andere twee grafieken, maar met de toevoeging dat het al een stapje verder is gevorderd. Bij de Nasdaq is al een opwaartse trend te definiëren doordat belangrijke hordes zijn genomen. Ook zien we dat de grotere rectracement het al gewonnen heeft van de kleinere.
Dit heeft plaatsgevonden doordat de bekende grote techbedrijven veel koerswinst hebben geboekt. Dat kan als een teken van zwakte worden gezien doordat de basis dan smal heet te zijn, maar het komt ook voor dat de positieve impuls van de grote jongens overslaat op kleinere bedrijven.
De komende weken waarin we richting de zomer gaan, moet de vraag beantwoord worden welke van de twee beurswijsheden zich doet gelden: "Don’t fight the Fed" of "De markt heeft altijd gelijk".
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.